Ja, wij moeten onze stemmen verheffen. Tot nu toe heb ik ervan afgezien een beroep op de emotie te doen. Wij worden verscheurd door de logica van de geschiedenis, die wij tot in elk detail hebben uitgesponnen – door een netwerk dat ons dreigt te verstikken.
Het is niet de emotie die het net van die logica, die tot in het irrationele is uitgedijd, door kan snijden, maar het is alleen de rede die de logica op zijn eigen terrein kan bestrijden. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken… dat geen enkel toekomstscenario te rijmen valt met onze kracht van liefde en verontwaardiging. Ik ben mij er heel goed van bewust dat het een krachtige en zeer belangrijke drijfveer vereist om mensen in beweging te krijgen en dat het moeilijk is jezelf in een gevecht te storten waarvan de doelstellingen zo bescheiden zijn en waarin hoop slechts een rationele basis heeft – en zelfs dat nauwelijks. Maar het probleem is niet hoe mensen mee te slepen, integendeel, zij moeten juist niet meegesleept worden, maar het moet hen precies duidelijk gemaakt wordt waar ze nu eigenlijk mee bezig zijn.
Om te redden wat er te redden valt, dus om enig zicht op een toekomst te bieden, is de hartstocht en het offer wat er gevraagd wordt het belangrijkste motief. Het vraagt van ons alleen dat we er helder over nadenken en dan beslissen of het lot van de mensheid eerst nog ellendiger moet worden om verre en hersenschimmige resultaten te bereiken, of dat we een wereld, vergeven van wapentuig, waarin de broeder zijn broeder vermoordt maar moeten accepteren; of dat wij juist het bloedvergieten en de ellende zoveel mogelijk moeten vermijden, zodat we volgende generaties, die beter toegerust zijn dan wij, een kans geven te overleven.
Ik ben, wat mij betreft, er redelijk zeker van dat ik de keuze gemaakt heb. En nu ik gekozen heb, denk ik dat ik mij uit moet spreken, dat ik moet stellen dat ik nooit meer een van diegenen, wie het dan ook mogen zijn, zal zijn die zich met moord compromitteren, en dat ik de consequenties van zo’n besluit moet dragen. Het is nu gezegd en zover kan ik op dit moment gaan… Echter, ik wil wel de geest duidelijk maken waarin dit artikel is geschreven. Er wordt van ons gevraagd of wij dit of dat land of dit of dat volk willen haten. Maar sommigen van ons zijn zich te zeer bewust van onze gemeenschappelijke menselijkheid om zo’n keuze te maken. Diegenen die echt van het Russische volk houden, dankzij datgene wat zij altijd gebleven zijn – die wereld doortrokken van hetgeen waarover Tolstoi en Gorki spraken – wensen hen geen succes in hun machtspolitiek toe, maar willen hen liever, na de beproevingen van het verleden, sparen voor een nieuwe en zelfs nog huiveringwekkendere aderlating. Dat geldt dus ook voor de Amerikanen en de volkeren van het ongelukkige Europa. Dat is het soort van elementaire waarheid die wij te midden van de uitzinnige hartstochten van onze tijd gemakkelijk dreigen te vergeten.
Ja, het is de angst, de stilte en het geestelijke isolement die er de oorzaak van zijn dat er tegenwoordig gevochten moet worden. En het is het aangename contact en de universele onderlinge gemeenschappelijkheid van de mensen die verdedigd moet worden. Slavernij, onrecht en leugens vernietigen dit contact en verbieden deze onderlinge gemeenschappelijkheid en daarom moeten we die verwerpen. Maar het zijn deze kwaden waar het nou net in de geschiedenis om draait, zodat velen hen als noodzakelijke kwaden beschouwen. Het is waar dat wij niet “aan de geschiedenis kunnen ontsnappen”, omdat we er tot aan onze nek inzitten. Maar men zou kunnen voorstellen binnen de geschiedenis te vechten om de geschiedenis te behoeden voor dat deel van de mens dat niet zijn eigenlijke territorium is. Dat is alles wat ik hier te zeggen heb. De essentie van dit artikel zou je als volgt kunnen samenvatten:
Moderne naties worden door machtige krachten langs wegen van macht en dominantie voortgedreven. Ik zal niet zeggen dat deze krachten bevorderd of dat ze belemmerd moeten worden. Zij hebben onze hulp nauwelijks nodig en op dit moment lachen ze om pogingen hen te verhinderen. Zij zullen dus doorgaan. Maar ik wil alleen deze eenvoudige vraag stellen: wat als deze krachten uiteindelijk doodlopen, wat als die logica van de geschiedenis, waarop zovelen zich verlaten, een dwaallicht blijkt te zijn? Wat als onze kleinkinderen, ondanks twee of drie wereldoorlogen, ondanks de opoffering van een paar generaties en een heel waardensysteem – verondersteld dat zij overleven – zich niet dichter bij een wereldgemeenschap zijn gekomen? Het zou best kunnen dat de overlevenden van zo’n ervaring te zwak zijn om hun eigen lijden te begrijpen. Aangezien de krachten hun eigen gang gaan en omdat het onvermijdelijk is dat zij daarmee doorgaan, is er geen reden waarom sommigen van ons niet de taak op zich zouden nemen om, door het apocalyptische verschiet dat zich voor ons uitstrekt heen, een bescheiden oplettendheid in leven te houden die, zonder de pretentie te hebben alles op te lossen, er doorlopend op voorbereid is om wat menselijke betekenis te geven aan het leven van alledag.
Het belangrijkste dat de mensen zorgvuldig zouden moeten afwegen is de prijs die ze moeten betalen… Alles wat ik vraag is dat wij, te midden van een moordzuchtige wereld, het met elkaar eens zijn dat wij ons moeten bezinnen over de moord en dan een keuze maken. Daarna kunnen we een onderscheid maken tussen diegenen, die de consequenties aanvaarden van het feit dat ze zelf moordenaars of medeplichtigen van moordenaars zijn en diegenen die dat met alle macht en inzet weigeren. Aangezien deze vreselijke scheidslijn in feite bestaat, zal het een winstpunt zijn als die duidelijk gemarkeerd zou worden. Verspreid over vijf continenten zal zich in de komende jaren een eindeloos gevecht afspelen tussen geweld en overreding, waarbij vanzelfsprekend de eerste duizend keer meer kans op succes heeft dan de laatste. Maar ik heb altijd op het standpunt gestaan, dat hij die zijn hoop baseert op de menselijke natuur een dwaas is en hij die vanwege de omstandigheden opgeeft een lafaard is. En van nu af aan zal de enige eerbare weg zijn om alles in te zetten op één ontzagwekkende weddenschap: dat woorden machtiger zijn dan munitie.
Lees ook
Noten
Geschreven in november 1946.
Vertaald door: Anoniem.
Bron, met dank aan: Verboden geschriften.