★★★★☆
I admire your courage, Miss…? Trench. Sylvia Trench. I admire your luck, Mr…? Bond. James Bond.
James Bond is een van de meest toonaangevende karakters in de wereld van film. Als cultureel icoon met universele bekendheid en ongeëvenaarde symbolische waarde, laat onze favoriete Engelse spion ons zien wat films te betekenen hebben in het grotere geheel, in de maatschappelijke context waarin ze hun werk doen.
Bond is de blauwdruk van de naoorlogse held – de postkoloniale held. In hem wordt het ideaalbeeld getekend van een wereld die aan de oude tegenstellingen voorbij is, waarin zowel goed en kwaad als vriend en vijand in een nieuw daglicht zijn komen te staan. Voorbij zijn de dagen van landen die met elkaar in oorlog zijn – Frankrijk tegen Duitsland, de allies tegen de axis – het is nu individu tegen individu. Het tijdperk van de eenlingen is aangebroken, het toneel is de Koude Oorlog, en Bond staat symbool voor het individualisme dat vanaf nu tot de norm wordt verheven. We spreken niet langer over gelijkwaardige partijen met tegengestelde belangen, grote groepen mensen die door historische ontwikkelingen tegenover elkaar zijn komen te staan, het scenario waar de actiefilm van nu af aan naar gemeten wordt – de blauwdruk voor het nieuwe heldenverhaal is: de goeden tegen de maniakken. De eenzame held, zonder banden, tegen de eenzame maniak die de wereldvrede tracht te verstoren, bijvoorbeeld, zoals hier, door de Koude Oorlog op te warmen.
De Dr. No in de titel van deze eerste James Bond-film is zo’n maniak. De grote gemene villain met een master plan die symbool staat voor het nieuwe kwaad van deze wereld. Daar bestaat geen misverstand over, zeker niet als Bond hem dit expliciet in zijn gezicht werpt:
Our asylums are full of people who think they’re Napoleon – or God.
Tegenover deze maniak staat Bond, de eenling die nergens bij hoort, en enkel gekwalificeerd wordt door zijn onvoorwaardelijke onderwerping aan een anoniem gezag. Hij is niet meer als de held van voorheen die voor zijn ideaal of zijn droom vecht, of om zijn geliefden te beschermen – hij heeft geen vrouw, geen kinderen, geen gemeenschap waaraan hij gebonden is – hij volgt bevelen op, en vecht enkel en alleen voor het abstracte concept Engeland.
James Bond is met zijn individualisme een geboren anticommunistisch symbool. De Koude Oorlog was begonnen, en Ian Fleming – de schrijver van de boeken die aan deze films ten grondslag liggen – zag het opkomende communisme als de grote vijand van zijn tijd. Dit vijandschap is een kenmerkende eigenschap van wat James Bond is als icoon, en is in veel van de serie terug te vinden. Dr. No ging in Engeland in première ten tijde van de Cubacrisis, en toen in 1989 de muur viel was er serieuze twijfel of er nog wel James Bond-films gemaakt hoefde te worden. De wereld was veranderd, en het was de vraag of er nog wel ruimte was voor James Bond – zoals dat ook nu, na No Time to Die, wederom de vraag is.
Dr. No is de allereerste James Bond-film, en is met zijn vierentwintig sequels het begin van een van de meest succesvolle filmseries ooit. Hier begon het allemaal, en hier is reeds bijna alles te vinden wat James Bond tot James Bond maakt. De mooie auto’s, de prachtige locaties, de casino’s, de wannabe-dictator slechteriken, het geflirt met Moneypenny, de schijnbaar eindeloze reeks vrouwen die niet kunnen wachten om met hem het bed in te duiken, de shaken-not-stirred martinis – al die elementen die de James Bond-films tot jongensdromen tot leven gekomen maken – ze zijn hier allemaal aanwezig. Zelfs het iconische deuntje is reeds hier.
Het enige dat ontbreekt is Q, die in deze film nog gewoon ‘armorer’ heet, de wapenmeester, maar zijn gadgets zijn er al wel, en hoe Bond juist dat specifieke gadget dat hij nodig heeft voor de benarde situatie waar hij in terecht komt bij aanvang van zijn missie ontvangt, als een soort superkracht. En dat is ook zijn superkracht, tussen twee haakjes, zoals iedere superheld heeft ook James Bond zijn superkracht en die van hem is: geluk. Zoals Sylvia Trench ook benadrukt in de openingsscène in het casino: “I admire your luck, Mr…?” – Gevolgd door het onsterfelijke antwoord: “Bond. James Bond.”
Ian Fleming wist dat zijn boeken goed te verfilmen zouden zijn. Auto’s, vrouwen en veel actiescènes – dat werkt op het witte scherm. Toch was er nog veel voor nodig voordat dit werkelijkheid kon worden. Eerst kwam de weinig indrukwekkende televisiefilm Casino Royale uit in 1954, waarin Bond een Amerikaan is die Jimmy wordt genoemd. Fleming was niet tevreden, en deze aflevering is vandaag de dag zo goed als vergeten.1
Later werden de filmrechten gekocht door een man genaamd Albert R. Broccoli – wiens grootouders deze groente naar de VS gebracht zouden hebben. Het was een flinke gok, die van veel vertrouwen in het materiaal getuigde, want deze investering koste hem niet alleen al zijn geld, hij had bovendien niets meer over om de films ook daadwerkelijk te produceren. Daartoe ging hij een partnerschap aan met Harry Saltzman, en ze vernoemden het bedrijf dat daaruit ontstond naar de situatie waarin zijn zich toen bevonden: Eon – everything or nothing.
Casino Royale is de titel van het eerste boek – het begin van het verhaal. Maar omdat die reeds verfilmd was, en omdat het zesde boek, Dr. No, geschikter werd bevonden voor een verfilming, met een overzichtelijker verhaal en minder verschillende locaties, begint deze eerste echte James Bond-film dus niet bij het begin. (En toen jaren later Casino Royale (2006) met Daniel Craig uitkwam was dat dus echt een terugkeer naar het begin van de serie, een verfilming van het eerste boek.)
Fleming was in eerste instantie niet blij met de keuze voor Sean Connery. Hij vond hem niet gentleman-achtig genoeg. Bond moest een echte heer van stand voorstellen met fijne manieren, iemand uit de upper class, terwijl Connery juist een wat ruigere uitstraling heeft, meer working class. Toch bleek dit de goede keuze. Het is van financieel belang dat een film succesvol is in Amerika, en het diamond in the rough uiterlijk van Connery sloot beter aan op waar het Amerikaanse publiek naar zoekt in zijn helden dan een elitaire gentleman. Het sloot zo goed aan op het Amerikaanse ideaal dat de toenmalige president Kennedy zelfs heeft opgemerkt dat hij iemand als James Bond wel in zijn staf zou kunnen gebruiken.
Een van de redenen om voor het zesde boek te kiezen voor deze verfilming is de locatie. Het speelt zich af in Jamaica, een plaats waar Ian Fleming graag kwam en waar hij ook het grootste deel van de James Bond boeken heeft geschreven. (Goldeneye heet zijn toenmalige verblijf daar – vandaar ook deze titel van een later deel.) Het mooie strand en de warme zee maken voor een goede eerste in de reeks van prachtige locaties die Bond bezoekt.
Het verhaal begint als er een aantal moorden gepleegd worden in Jamaica en James Bond wordt gestuurd om orde op zaken te stellen. In eerste instantie moet hij onderzoeken wat er gebeurd is – het begint als een regelrechte whodunnit. James Bond is hier een ouderwetse detective die op zoek gaat naar de dader, en daarbij klassieke trucjes gebruikt zoals het plaatsen van een haar op een deurklink om te kunnen zien of de deur is geopend. Niets van dat hoogtechnologische over de top gedoe van latere films – we beginnen hier rustig bij de basis van het spionnenwerk.
Het is mooi om te zien hoe James Bond als karakter in deze film al helemaal getekend wordt. We treffen James voor het eerst in een casino, rokend, blackjack spelend, een vrouw aan het versieren. De film is nog maar net begonnen of hij heeft al met Monneypenny geflirt. Een van mijn favoriete, karakterdefiniërende momenten is vlak daarna, nog steeds aan het begin van de film, als Bond zijn onvrede uit over het wapen dat hij krijgt toebedeeld. Een Walther PPK moet hij voortaan gebruiken in plaats van de Beretta 418 die zijn voorkeur heeft – een wapen dat vaak als een pistool geschikt voor vrouwen wordt beschouwd. Op een of andere manier vind ik dat heel erg passen bij onze gladde spion: een licht wapen dat niet per se kracht uitstraalt, omdat hij dat niet nodig heeft om zijn mannelijkheid te bewijzen.
It’s a Smith and Wesson. And you’ve had your six.
Een andere aspect waarin James Bond als karakter goed getekend wordt is dat hij zijn vijanden in koelen bloede vermoordt. Er werd kritiek geuit op de scène waarin Bond
In latere films, met name die met Roger Moore en Pierce Brosnan, moordt Bond op een wat minder kille wijze door ook af en toe een grapje te maken tijdens het doden van zijn vijanden, in een poging het wat luchtiger over te doen komen. In mijn ogen wordt hij daar echter alleen maar psychopathischer op. Niet alleen vermoordt hij zijn tegenstanders zonder enig mededogen, hij maakt er nog grappen over ook!
Het fascinerende en tegelijkertijd problematische aan James Bond is dat we hier te maken hebben met een immoreel hoofdpersoon – hij is niet alleen een antiheld in de zin dat hij niet alle kenmerken van een klassieke held bezit, het is een stuk erger nog, hij heeft zelfs veel van de kenmerken van diens tegenstanders. Dit was toentertijd al een probleem – en nu in deze steeds moralistischer wordende tijd des te meer. Toen Fleming in een interview gevraagd werd of zijn gewelddadige boeken geen slechte invloed zouden hebben op de jeugd, gaf hij dit weinig politiek correcte antwoord:
They’re meant for warm-blooded heterosexual adults, they’re not meant for schoolboys.
Tegen het einde van deze recensie nog even twee opmerkingen over het einde van deze film. Twee elementen van het plot zijn voor mij fantastisch, en ik kan niet de enige zijn gezien de omvang waarin deze keer op keer weer gekopieerd worden in andere werken.
Ten eerste is daar de manier waarop Bond na lang zoeken de geheime basis van de slechterik weet te vinden (we zien hier een van de vele manieren waarop Bond een superheldenverhaal gelijkt) – om kort na deze kleine overwinning door hem gevangen genomen te worden, zoals keer op keer zal gebeuren in latere delen en andere werken. Dit werkt erg goed, want niet alleen versterkt dit kleine dieptepunt het gevoel van euforie als Bond uiteindelijk toch de overwinnaar is, ook krijgen we hierdoor de kans om de slechterik van dichtbij mee te maken, kunnen hij en Bond als de nette heren die ze zijn beschaafde beledigingen met elkaar uitwisselen op een manier die van achter de linies niet mogelijk zou zijn.
Dan is daar nog de manier waarop deze geheime basis uiteindelijk ontploft, als ultieme kroon op de overwinning van Bond. Het is even simpel als effectief. Bond vindt een geheime basis, iets dat daar in een vreedzame wereldorde niet hoort te zijn, en verwijderd die dan. Het kwaad dat ontdekt wordt, dat gestalte krijgt in de vorm van een indrukwekkende hypermoderne schuilplaats die de schurk allerlei ongewenste mogelijkheden geeft, wordt door Bond vakkundig weggesneden, weggeveegd van de aardbodem. De ontploffing van de basis dan biedt de kijker een beslissende en resolute visuele weergave van de overwinning, en het einde van het verhaal. Duidelijker dan dit kan het niet: het kwaad is geweken, de vrede is hersteld. Eind goed, al goed.
Het enorme succes van deze film maakt het een interessante keuze vanuit welke blik deze nu retrospectief te bekijken. Zien we het als het kolossale zwaargewicht dat een duizelingwekkende vierentwintig sequels zou krijgen en zich tot een heus cultureel fenomeen zou ontpoppen? Of waarderen we het naar hoe deze film kijkt, nu, na al die vervolgen reeds gezien te hebben, en alle goede ideeën die het bevat al eindeloos herkauwd te hebben zien worden in de vele werken die James Bond geïnspireerd heeft? Denk aan op zichzelf geweldige series zoals Mission Impossible en Metal Gear, die zo ontzettend veel aan James Bond te danken hebben.
Hoewel het moeilijk is om deze film los te zien van het enorme succes dat erop zou volgen, van de manier waarop James Bond de geschiedenis in zou gaan, is deze ook los daarvan, gewoon als op zichzelf staande actiefilm, ontzettend aangenaam om te kijken. Wie zich met de vele James Bond-films waar we vandaag de dag uit kunnen kiezen, afvraagt met welk deel aan te vangen, met welke Bond-acteur, met welk tijdperk – het antwoord is hier om gewoon simpelweg bij het begin te beginnen. Begin gewoon hier, met de allereerste Bond-film, want hoewel het niet de allerbeste is, is hij al wel geweldig. De legendarische Sean Connery maakt Bond tot wat het is, en deze film met zijn twee directe sequels, From Russia with Love (1963) en Goldfinger (1964) vormen samen de essentie van wat James Bond zo’n geweldige serie maakt. Zou je slechts drie Bond-films kijken, laat het dan deze zijn.
In Dr. No zijn reeds alles elementen van James Bond te vinden, en James Bond is film op zijn best. Mooie auto’s, mooiere vrouwen en nog weer mooiere locaties – wat willen we nog meer? – het zijn de perfecte middelen om te laten zien waar het witte doek toe in staat is. Geen intellectuele uitdagingen – niets om je hoofd op te breken, hier zien we pure ervaring die direct op onze zintuigen inspeelt. Het is mooi, het is vermakelijk en het is bovendien avontuurlijk. Ga mee met James Bond op avontuur – laat je verrassen door alle wonderbaarlijke gebeurtenissen die je hier in dit vreemde land te wachten staan! Dat is de jongensdroom die hier tot leven wordt gewekt, dat is het avontuur dat het kijken van deze film je laat ervaren. Laat het je overkomen, laat je verleiden door wat deze films jouw zintuigen te bieden heeft en je zult niet teleurgesteld worden.
★★★★☆
Bonus
Het klassieke muziekje dat alles waar je het bij opzet beter maakt!
Lees verder
Noten
Lees meer over deze film op: IMDB.